Ik had geen beeld bij zo’n dwarrelstaf en dacht, doe mij maar een talking stick, lekker handzaam. Totdat ik alle onbewerkte stokken en sticks zie staan bij Karin. Ik weet meteen dat het een dwarrelstaf moet worden. Een voor een laat ik ze door mijn handen gaan. Eén stok trekt direct mijn aandacht, omdat ie praktisch recht is met één platte, knoestige afwijking.
Hoeveel stokken ik ook vastpak, steeds dwaal ik weer af naar die gekke rechte. Na lang dubben weet ik dat dat ‘m moet worden; hij laat me niet meer los. Zodra ik ‘m vastpak is er iets, al kan ik niet benoemen wat. Herkenning? Vertrouwen? Magie? Doe niet zo gek, denk ik nog. Karin zegt dat ik een hazelaar in mijn handen heb. En dat tot nu toe iedereen die stok zonder pardon meteen opzij heeft gelegd. Ik ben de eerste die er geen afscheid van kan nemen.
De hazelaar biedt bescherming leert Karin mij. En hij staat voor wijsheid, avontuur, welsprekendheid en intelligentie. Dan vertelt Karin dat de Kelten hun astrologie op de bloeiperiode van bomen baseerden. Elke periode heeft een eigen levensboom. De eigenschappen van de bomen vertaalden ze naar karakters. Als zij mijn geboortedag opzoekt ben ik met stomheid geslagen: bingo, de hazelaar.
Als ik een week later mijn stok ontvang ben ik sprakeloos als ik ‘m uitpak. Hij is zó mooi geworden. Gladgeschaafd en versierd met verschillende en heel persoonlijke symbolen. De stok had al iets, maar nu helemaal. Hij ontroert, steunt en geeft vertrouwen. Wat, een stok? Ja, die stok. Of nee, da’s te oneerbiedig; nú is het een staf.
Ik sta op het punt om drastische wijzigingen in mijn werk te maken. Dat is spannend en best onzeker. Als ik twijfel of het even niet weet, kijk ik naar mijn dwarrelstaf. Ik hoef ‘m maar te pakken en ik voel het meteen. Het vertrouwen dat ik op het juiste pad zit. Alles komt goed.
Lieve Karin, je inspiratie en wijsheid zijn hartverwarmend. Juist omdat je die brengt met mooie verhalen en unieke humor. Dank dat ik met jou op pad mocht gaan.
Irene